-
1 hikken
1 [hikkend geluid maken] hoqueter2 [de hik hebben] avoir le hoquet♦voorbeelden:¶ tegen iets aan hikken • 〈 ertegen opzien〉 se faire une montagne de qc.; 〈 geen zin hebben〉 n'avoir pas envie de qc.; 〈 niet kunnen accepteren〉 avoir de la peine à avaler qc. -
2 tegen iets aan hikken
tegen iets aan hikken〈 ertegen opzien〉 se faire une montagne de qc.; 〈 geen zin hebben〉 n'avoir pas envie de qc.; 〈 niet kunnen accepteren〉 avoir de la peine à avaler qc.
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский